SOCIAL MEDIA VOOR OVERHEDEN

SOCIAL MEDIA: SOMS BEST LASTIG

Er was eens een districtschef van politie die op social media niet te formeel wilde doen.twittervogel snoert zichzelf de mond Ze kreeg een melding dat er twee doden waren gevallen en ze kende de wijk waarin dat was gebeurd. Een moeilijke wijk. Zo moeilijk dat ze (als privé-persoon) twitterde dat er wel weer ruzie zou zijn geweest, dit keer met fatale afloop. Maar toen bleek de doodsoorzaak koolmonoxide-vergiftiging. En heel Nederland viel over haar heen.

Dat is één van de lastigheden van social media.

Als wie twitter je? Persoonlijk, vanuit je functie, vanuit een project, als afdeling? Het kan allemaal. Maar vergeet niet dat volgers jouw tweets ook (of helemaal) aan de overkoepelende organisatie relateren. En als je je persoonlijk nogal met de organisatie waarvoor je werkt vereenzelvigt, geldt dat in 4 van de 4 voorbeelden. Die districtschef van hierboven twitterde als Gerda (onder een alias), maar werd er als districtschef op afgerekend.

Stel, Gerda wil het beter aanpakken. Ze maakt gescheiden accounts aan: één voor privé en één als districtschef. Op die laatste uit ze zich alleen nog diplomatiek. En op haar privé-account komen alleen nog vakantiekiekjes en berichtjes over de hond en de buurtbbq. Dat heeft ze goed opgelost!

Toch?

ROOMSER DAN DE PAUS?

Je kunt je zaken nog zo netjes scheiden, anderen kunnen je updates delen en/of erbij vermelden dat je ambtenaar bent, of politieagent. Hou daar rekening mee bij je woordkeuze en bij de onderwerpen die je kiest.

En wat als Gerda zich bijvoorbeeld een beetje misdraagt op de buurtbbq? Niets illegaals, maar toch. Een jolige buurman maakt een foto van Gerda en zet ‘m online met het bijschrift: ‘Gaat ‘ie lekker, mevrouw de districtschef? #politie #ladderzat.’

Advocaten riepen altijd al: ik mag niet door rood rijden. Net als politici, zijn zij altijd al gewend dat ze roomser dan de Paus moeten zijn. Maar de kring van mensen die op hun tellen moeten passen is enorm uitgebreid sinds er social media bestaan. Met een functie in het publieke domein moet je meer dan ooit bewust zijn van je gedrag in het openbaar.

Nu we het toch over gedrag hebben, heeft jouw organisatie eigenlijk een gedragscode voor social media? Zoek dat eens uit op verschillende niveaus: is er een code voor jouw afdeling, of voor de hele dienst? Er zijn in elk geval (heel basale) uitgangspunten voor Rijksambtenaren en sommige ministeries hebben hun eigen regels.

ZO MOET HET NIET

Algemeen geldt dat je geen dingen deelt, die negatief kunnen uitpakken voor de organisatie. Je bent een ambassadeur van je organisatie, dus wees diplomatiek. Je hoeft het echt niet zo bont te maken als de Spaanse politieagent die desgevraagd adviseerde hoe je joints het beste de grens over kan brengen voordat je ophef krijgt. Als je nietsvermoedend een vakantiefoto op facebook zet, krijg je gelijk het verwijt dat de gemeente juist folders had verspreid met anti-inbraaktips waarin staat dat je niet op social media moet zetten dat je weg bent.

Geen ramp, wel een slechte beurt.

Is er ook een positieve kant? Jazeker!

ZO MOET HET WEL

Ook jij kunt social media in je voordeel inzetten.

Een paar tips:

1) Je gedrag op social media moet bij je passen. Ben jij een netwerker pur sang? Denk je bij elke vraag die zich aandient: ‘Wie zou daarbij kunnen helpen?’ dan is het logisch dat je ook actief bent op social media. En wel op dezelfde manier: zet vragen uit, zoek contacten en breng anderen met elkaar in contact.

Maar schrijf jij het liefst zelfstandig adviezen of rapporten? Probeer dan niet ineens in een twitterkoning te veranderen. Ook niet als je leidinggevende vindt dat iedereen minstens 1 post per week moet doen. En als leidinggevende: forceer niemand. Gebruik van social media is effectief als het authentiek is, maar contra-productief als het dat niet is.

2) Het belangrijkste advies: reageer. Veel mensen, zeker in het publieke domein, hebben in hun werk de neiging vooral informatie te sturen. Lezen wat anderen doen of vinden, lijkt lang niet zo productief. Maar dat is het wel! Behalve actief twitteren en linken op LinkedIn (wat de meesten inmiddels wel doen), werkt het goed om anderen te volgen en te liken. Sterker, veel van je eigen boodschappen zouden reacties moeten zijn op wat anderen online zeggen.

Zet wat je wilt zeggen niet (alleen) op je eigen pagina, maar bed het in in de actualiteit. Hoe? Zoek voor elke boodschap die je wilt uitzenden een bericht van tenminste één volger waar jouw boodschap een antwoord of aanvulling op kan zijn. Zo dwing je jezelf na te denken over de context van wat je doet of zegt → daardoor plaats je relevantere berichten en gebruik je concretere bewoordingen → daardoor wordt je aandachtiger gelezen en wordt jouw boodschap vaker gedeeld. Het slaat namelijk ergens op wat je zegt.

3) Bespreek geregeld wat collega’s wel en niet doen. Stuiten ze op dilemma’s, zijn ze terughoudend, of juist enorm actief? Leer van elkaar. Deel om te beginnen dit blog eens met ze.

PRAKTIJKCIJFERS

Hoe stond het er in november 2014 voor in de gemeentelijke twitterdienst?

gemeente

volgers

volgt zelf

Rotterdam

ruim 18 duizend

bijna 7.200 twitteraars

Utrecht (kleinste van deze 3)

bijna 21 duizend

700 twitteraars

Amsterdam

43,5 duizend

78 twitteraars!

Gaat het om aantallen of om kwaliteit, kun je je afvragen. En is het algemene gemeentelijke account wel van belang? Misschien hebben individuele Amsterdamse ambtenaren wel een perfect-opgebouwd netwerk van volgers en gevolgden. Of misschien is Amsterdam juist weer heel actief op Facebook. Maar hoe je het ook wendt of keert: Amsterdam heeft heus wel meer dan 78 inwoners en andere actievelingen binnen zijn grenzen die nuttig zijn voor de gemeente om te volgen op Twitter.

CO = SAMEN

Zoals ik al zei, laat het niet bij volgen. Zoek contact, haak in op dialogen.

Een ergernis van veel taalliefhebbers is de (als ambtelijk bekendstaande) uitdrukking ‘communiceren naar … toe’. Hieruit spreekt die gehate neiging tot eenrichtingsverkeer. Het is wel ‘berichten aan’ of ‘vertellen aan’, maar het is ‘communiceren mét’. Het gaat om het uitwisselen van informatie. Co- of com- betekent ‘samen’, net als in ‘communis’ (gemeente), waar het ook vandaan komt.

En dat is het hele eiereneten. Ze heten niet voor niets social media. Communiceren doe je samen!

 

This entry was posted in Social media and tagged , , , , . Bookmark the permalink. Post a comment or leave a trackback: Trackback URL.

2 Comments